Dit onderzoeksproject had de volgende doelstellingen:
- vaststellen van het (neven-)effect van toegelaten fungiciden in uien op een infectie door Botrytis allii, de veroorzaker van koprot in uien;
- de vraag beantwoorden of er perspectieven zijn om de sporulatie dan wel de aanwezigheid van de schimmel te detecteren;
- In 2003 proberen om m.b.v. een adviessysteem het tijdstip van bespuiten nauwkeuriger vast te stellen.
Over de jaren heen werd de tendens zichtbaar dat het experimentele middel F5, gevolgd door Shirlan® en Ronilan®, hogere opbrengsten gaven dan een niet tegen koprot bespoten object. Bij bewaring tot en met december werd het percentage koprot door bespuitingen met Shirlan®, het experimentele middel F5 of Ronilan® niet betrouwbaar beïnvloed. Alleen bij lange bewaring, tot januari in het jaar na de oogst, werd een tendens zichtbaar dat het experimentele middel F5 en Ronilan® een lager percentage koprot gaven.
Met behulp van de PCR-methode is het mogelijk om met behulp van schimmelmateriaal de verschillende Botrytis soorten van elkaar te onderscheiden.
Spuiten van Ronilan® op basis van het adviessysteem BOTCAST had in 2003 geen effect. Mogelijk omdat de kunstmatige beregening niet was ingevoerd in het systeem of omdat de drempel te hoog gekozen is.